Berekening VAA voor woonst van rechtspersoon is ongrondwettelijk

Brussel, 22 juni 2016Gratis een woning mogen gebruiken van de werkgever of van de vennootschap, blijft niet zonder fiscale gevolgen. De genieter wordt immers belast op een ‘voordeel van alle aard’. De berekening van dat voordeel valt hoger uit als de woning ter beschikking gesteld wordt door een rechtspersoon dan wanneer het ter beschikking wordt gesteld door een particulier. Volgens een recent arrest van het Hof van beroep te Gent is dat onderscheid discriminerend en mag men ook voor de woning van een vennootschap de meer voordelige waarderingsmethode voor woningen van particulieren toepassen.

 

Als een natuurlijke persoon een niet-gemeubeld gebouw gratis ter beschikking stelt van een werknemer, dan wordt het voordeel van alle aard volgens artikel 18, §2, 2 KB/WIB berekend volgens de formule: 100/60 × geïndexeerd kadastraal inkomen. Maar als een rechtspersoon hetzelfde onroerend goed ter beschikking stelt, is de formule: 100/60 × geïndexeerd kadastraal inkomen × 3,8 (of x 1,25 indien het K.I. ≤ 745 EUR). Eenzelfde woning brengt dus voor de gebruiker een aanzienlijk hogere belasting mee als de woonst ter beschikking gesteld wordt door een vennootschap in plaats van door een particulier.

Fiscus geeft verantwoording …

Volgens het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel dient er voor een verschillende behandeling een redelijke en objectieve verantwoording te bestaan. Volgens de administratie is de verantwoording dat kaderleden en bedrijfsleiders hoger belast dienen te worden, vermits zij meestal een veel luxueuzere woonst ter beschikking gesteld krijgen dan een gewone werknemer. Zeker omdat zij, als leidinggevenden binnen de vennootschap, zelf kunnen bepalen of zij een woning mogen gebruiken en welke. 
Bovendien, zo redeneert de fiscus, zouden bedrijfsleiders of kaderleden in de verleiding kunnen komen om persoonlijke kosten gerelateerd aan de woning door te schuiven naar hun vennootschap. Dergelijke fiscale optimalisaties worden dus ontmoedigd door een hogere belasting op het voordeel van alle aard. 

Het zou natuurlijk kunnen dat een rechtspersoon een woning ter beschikking stelt van iemand die geen bedrijfsleider of kaderlid is. Maar de wet houdt daar rekening mee, vindt de fiscus. De wet bevat namelijk een uitzondering voor een woning die te duur is in vergelijking met de behoeften en de sociale positie van de bewoner. Een conciërge zal dus slechts belast worden op het voordeel van alle aard voor een goedkopere woning.

… die niet pertinent is voor het Gentse Hof

Het Gentse Hof van Beroep legt deze verantwoording naast zich neer. De betreffende bepaling wettekst (art. 18, §2, 2 KB/WIB) spreekt immers niet van kaderleden en bedrijfsleiders. Die bepaling maakt dus een ander onderscheid dan het onderscheid waar de fiscus denkt een redelijke en objectieve verantwoording voor te hebben. 

Zonder een objectieve en pertinente reden is een onderscheid tussen woningen van rechtspersonen en woningen van particulieren in strijd met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, besluit het Hof. Het voordeel van alle aard mag dus niet vermenigvuldigd worden met een coëfficiënt van 3,8 als de woning ter beschikking gesteld wordt door een rechtspersoon. 

Beoordeling 

Het arrest legt de vinger op een oude wonde, waar de vorige Regering nog zout heeft in gestrooid door vanaf aanslagjaar 2013 de factor voor het voordeel van alle aard voor woningen van rechtspersonen te verhogen van x 2 naar x 3.8 terwijl er geen verhoging kwam voor onroerende goederen van particulieren. Aan deze verhoging lag geen doordachte en objectieve reden ten grondslag. De politieke wens om het gratis ter beschikkingstellen van woningen door vennootschappen te ontmoedigen en de budgettaire nood van het moment, waren de drijfveren voor de verhoging.

Het gevolg is echter dat voor vele woningen het forfaitair berekend voordeel van alle aard, de werkelijke waarde van de gratis terbeschikkingstelling overstijgt. Het hoeft bijgevolg niet te verbazen dat belastingplichtigen die waardering juridisch aanvechten. Gelet op de gebrekkige fundering waarop de forfaitaire waardering is gebouwd, halen zij ons inziens terecht hun gram bij het Hof van beroep te Gent. 

Anderzijds valt het te verwachten dat de fiscus zich niet zal neerleggen bij dit arrest en mogelijkerwijze cassatieberoep zal instellen. Het valt evenmin uit te sluiten dat de wetgeving voor de toekomst wordt aangepast.

Wat te doen?

Wie een gratis woning van een rechtspersoon ter beschikking heeft, kan zich op dit arrest beroepen om de huidige waardering van het voordeel van alle aard aan te vechten. De coëfficiënt van 3,8 moet niet worden toegepast zodat het belaste voordeel van alle aard bijna vier keer lager wordt. Voor woningen met een K.I. dat niet hoger is dan 745 EUR, volgt logischerwijze dat men de factor van 1,25 evenmin hoeft toe te passen.
 
Praktisch gezien dient men een bezwaarschrift in te dienen tegen de aanslag in de personenbelasting waarin het voordeel van alle aard wordt belast. Dit dient te gebeuren binnen de 6 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.1 

Dit betekent bijvoorbeeld dat morgen (23 juni 2016) de laatste dag is waarop nog een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen een aanslagbiljet dat op 21 december 2015 werd verstuurd. Voor de aanslagbiljetten die eind december en in de loop van januari werden verstuurd, is dus haast geboden. 

Wat de huidige aangifte (inkomsten uit 2015) betreft, valt het aan te raden om het voordeel toch te berekenen op basis van de betwiste formule, de aanslag af te wachten en vervolgens een bezwaarschrift in te dienen.

*

Sintax Advocaten kan u bijstaan bij het nagaan voor welke aanslagjaren een bezwaarschrift nog mogelijk is, bij het evalueren van uw fiscaal voordeel en bij het opstellen van een bezwaarschrift.

Klik hier voor een .pdf versie van deze nieuwsbrief.